De Sluisdeuren bij ‘de Pook’
De Stichting Stadsherstel Almelo heeft zich ten doel gesteld in 2019 de oude sluisdeuren van de vroegere sluis in het Almelo-Nordhorn kanaal te laten restaureren .
De Stichting Stadsherstel Almelo heeft zich ten doel gesteld in 2019 de oude sluisdeuren van de vroegere sluis in het Almelo-Nordhorn kanaal te laten restaureren .
Waarom ?
Welnu, één van de eerste projecten van het pas opgerichte ‘Stadsherstel Almelo’ betrof het op de wal neerzetten van twee grote sluisdeuren in 1984. Dit gebeurde omdat in dat jaar de oorspronkelijke sluis bij ‘de Pook’ gesloopt werd en niet als monument behouden kon blijven. Om toch de herinnering aan deze sluis te bewaren is gekozen voor het op de wal zetten van twee grote sluisdeuren . Sinds het op de wal plaatsen is door vrijwilligers vele jaren onderhoud gepleegd aan deze op zand staande deuren , maar nu , na 35 jaar , is gezien de ernstige achteruitgang van het houtwerk totale restauratie noodzakelijk
We hebben Alwin Bekhuis bereid gevonden deze mega-klus op zich te nemen en hopen in 2019 deze twee gerestaureerde sluisdeuren weer op hun oude plaats neer te kunnen zetten .
Hoe zat dat met die sluizen en kanalen ?
Historie.
In 1855 werd het eindpunt van het kanaal Almelo-Zwolle , namelijk de haven van Almelo, feestelijk geopend.
Deze vaarverbinding diende ter vervanging van de oude vaarroute naar Zwolle over achtereenvolgens de Almelose Aa ,– die ten zuiden van Wierden liep–, de Regge en de Vecht.
Dertig jaar na deze opening van de haven werd een begin gemaakt met de aanleg van het kanaal van Almelo naar het 45 Km verder gelegen Duitse Nordhorn. Dit kanaal werd dan ook ter onderscheiding van het kanaal Almelo-Zwolle het “Nieuwe Kanaal” genoemd, een naam die bij Almeloërs tot eind 20e eeuw in gebruik was.
Als je de hoogtekaart van Twente bekijkt dan is het tracé van het kanaal Almelo-Zwolle , met de haakse bocht bij Vroomshoop, volstrekt logisch. In de zestiger en zeventiger jaren is het kanaal Almelo-Zwolle voor de scheepvaart gesloten en nu heet het kanaal vanuit Almelo naar het noorden : “Kanaal Almelo-de Haandrik”.
Dat komt omdat rond 1860 een nieuwe tak vanaf de haakse bocht in Vroomshoop naar het Noorden (‘de Haandrik’) gegraven was om water aan te voeren. De bedoeling was hierdoor voldoende hoge waterstand in het kanaal ‘Almelo-Zwolle’ te krijgen.
In Zwolle heet het eerste gedeelte nog altijd “het Almelose Kanaal”.
Almelo-Nordhorn Kanaal.
Het graven van dit nieuwe kanaal was een gevolg van een verdrag tussen het koninkrijk Pruissen en het Koninkrijk Holland in 1870. Men wilde het Nederlandse kanalen stelsel aansluiten op het Duitse kanalenstelsel waardoor er van Rotterdam naar Berlijn kon worden gevaren.
Ook hoopte men steenkolen uit Duitsland naar Almelo te transporteren voor de toen opkomende textielindustrie.
Toen dit kanaal vele jaren later gerealiseerd werd was het eigenlijk vanaf het begin al te klein.
De maximum laadgrootte van de vrachtschepen was 200 Ton, voor die tijd al te weinig.
In 1884 begon men te graven vanaf het ‘Eiland’—het gebied waarop nu de wijk Indië wordt gebouwd– en in Maart 1885 was men al gevorderd tot het Albergerveld , bij het gebied dat nu ‘de Pook’ heet aan het eind van de “Gravenallee”. Voor veel Almeloërs was het een uitstapje om op zondagmiddag te gaan kijken bij de vorderingen aan de ‘tweede sluis’, de sluis waar nu de deuren van gerestaureerd worden
De eerste sluis was uitgegraven en gebouwd direct aan het begin waar het kanaal zich afsplitste van het oude kanaal, nu bij de wijk “Indie” gelegen (achter de appartementen aan de ‘Centrumhaven’.). Van deze sluis 1 — zijn ook nog kleinere sluisdeuren bewaard gebleven die parallel aan het water staan. Oorspronkelijk stond het waterpeil in het kanaal langs de Sluiskade ook bijna een meter hoger, waardoor het wateroppervlakte in het kanaal aanmerkelijk breder was en het kanaal daarmee een betere aanblik bood dan tegenwoordig het geval is.
Interessant is het wel om te merken dat de sluis bij ‘de Pook’ bijna 100 jaar heeft bestaan, want de sluis is gebouwd 1885 en de twee grote sluisdeuren zijn bij het slopen van de sluis in 1984 op de wal gezet. Op de sluisdeuren staat het jaar 1929, het jaar dat de sluisdeuren voor de eerste keer vernieuwd werden.
Polderjongens
Het kanaal zelf werd met de schop en kruiwagen uitgegraven door ongeveer 200 mensen, die uit heel Nederland kwamen. Velen kwamen hier spontaan in de hoop (polder-) werk te kunnen vinden en bleven , ook al was er geen werk voor hen , omdat geld voor de terugtocht ontbrak. De Almeloërs noemden de kanaalgravers : “Polderjongens”. Het werk was zwaar en werd slecht betaald (€ 0,50,- per uitgegraven m3 zand ).De huisvesting van deze kanaalgravers gebeurde in houten barakken en in woonschepen. Men was verbaasd over de hoeveelheid eten – worst, spek, vlees , en brood– die de kanaalgravers naar binnen konden werken. Onder de polderjongens kwam ‘ruw’ volk voor en ook drankmisbruik – via flessen Schiedam- jenever– was niet zeldzaam. Volgens het Twents Zondagsblad uit 1885 werd bij Pookmans , ook wel Pookoom genaamd na een drankgelag de boel kort en klein geslagen. Pookoom bestierde een kleine herberg in het Albergerveld aan het eind van de ‘Gravenallee’.
( Pookoom vernoemd naar ‘de Pook’ ??) Bij slechte weersomstandigheden kon er niet gewerkt worden en omdat er dan ook niet betaald werd , vervielen de “Polderjongens” tot bittere armoede. Door vooraanstaande Almeloërs werd daarop een commissie van Bijstand gevormd , die voedsel en financiële ondersteuning gaf aan de kanaalgravers die (tijdelijke ) armoede ondervonden. Dat de echtgenotes van de ‘polderjongens’ in de omliggende plaatsen bekend stonden om kruimeldiefstal en oplichting in winkels was onder deze armoedige omstandigheden wel te begrijpen.
Na de barre winter van 1886 werd het werk hervat en kon men een grote schare bedrijvige polderjongens een gleuf zien graven door de toen nog kale heide.
Bij het slopen van de sluis in 1984 is door de heer H.Gerritsen, die zich ook had ingezet voor het behoud van het Linkerbruggetje´, nog actie gevoerd om te komen tot een bronzen beeldje van een ´Polderjongen´. Deze actie heeft het helaas niet gered.
Faillissement
De Laagste inschrijver voor de aanleg van het kanaal Almelo-Nordhorn was een aannemersbedrijf uit Heerde .De aannemer ging voortvarend te werk , nam vele mensen in dienst en begon te graven in 1884 vanaf het ‘ Eiland’ (nu terrein ‘Índië’) naar de ‘Duistere Dijk’, de huidige Brugstraat. Zoals boven vermeld werd direct bij deze aftakking een sluis gemaakt waardoor het waterpeil door deze Sluis 80-100 cm hoger werd gehouden dan tegenwoordig het geval is. Tot de winter van 1885/1886 vorderde het graven voorspoedig, maar het kwam daarna in de winter door slechte weersomstandigheden stil te liggen.
De aannemer liet zich in het voorjaar van ’86 niet meer zien en velen vroegen zich af waar hij gebleven was. Het bleek , dat hij met achterlating van vele schulden naar Amerika was gevlucht. .
Het 45 KM lange kanaal zelf was onder leiding van een andere aannemer in 1889 klaar tot aan de grens. Aansluiting op het Duitse kanalenstelsel geschiedde pas in 1904 !
Scheepvaart
Zoals eerder vermeld was het graven van het kanaal bedoeld om het Nederlandse kanalenstelsel aan te laten sluiten op het Duitse kanalenstelsel om zo binnendoor van Rotterdam naar Hamburg en Berlijn te kunnen varen. Wat betreft Almelo, hoopten de textielondernemers steenkolen vanuit Duitsland te kunnen aanvoeren voor de in die tijd opkomende textielfabrieken. Eigenlijk werd het graven van het ‘Nieuwe Kanaal’ te laat uitgevoerd , veel transport was al overgenomen door de rond 1880 aangelegde spoorweg naar Zwolle. Deze spoorlijn was een verlengstuk van de sinds 1870 bestaande spoorweg van het Duitse Salzbergen naar Almelo. Over deze laatste lijn werden steenkolen uit Duitsland aangevoerd.
Ook kwam men aan Duitse zijde de afspraken pas laat na, pas in 1904 –20 jaar na de start in Nederland—werd het Duitse deel gegraven. De Duitsers hadden voorrang gegeven aan het graven van het ‘Ems-Vechte Kanaal’.
In de praktijk werd het kanaal vooral gebruikt voor locaal vervoer van bouwmaterialen en van turf, die als goedkope brandstof werd gebruikt. In tijden van schaarste aan steenkolen, zoals in de eerste wereldoorlog, draaiden de stoommachines van de textielfabrieken weer op turf, zodat veel aanvoer van deze brandstof noodzakelijk was.
Daarnaast was er de boot van Westra , die tot 1940 ‘koloniale waren’ vanuit Almelo vervoerde naar dorpen in Twente. De schepen zelf konden tot 200 ton vervoeren , hetgeen ook voor die tijd weinig was .Op het kanaal voeren verschillende scheepstypen ,zoals tjalken, pramen en Duitse schepen als de ‘Elbekahn’, een Duits vrachtschip met rechte stevens , in afwijking van de Nederlandse rond-gebouwde schepen. Bijna al deze schepen zeilden.
Vanaf 1920 werd gemotoriseerd vervoer toegelaten, voor die tijd moest of gezeild of ‘gejaagd’ (aan touwen vanaf de wal voortgetrokken ) worden.
Tot in de tachtiger jaren waren bij de bruggen ijzeren borden te zien waarop in grote letters “Strijk” stond. Dit om de schipper er op te attenderen dat hij zijn zeil moest laten zakken bij de nadering van een brug of sluis.
Het laatste schip dat in 1960 door het kanaal voer was een met turf hoog opgeladen schip , waarbij de schipper bovenop de lading stond en met een lange staak zijn schip vanaf zijn hoge positie bestuurde.
Toekomst.
Sinds het kanaal voor scheepvaart gesloten is en voor afwatering gebruikt wordt is er een prachtig natuurgebied ontstaan met een rijke flora en fauna.
Voor de kleine watersport , zoals kano’s , zijn 25 jaar geleden bij dammen en bruggen meerdere aanlegplaatsen gemaakt bij die slechts sporadisch gebruikt worden.
De laatste motorjachten (Engelse!) zijn er begin jaren vijftig doorgevaren.
Tien jaar geleden heeft een comité geijverd voor het weer toegankelijk maken van het kanaal voor de recreatieve scheepvaart. Uit angst schade aan te richten aan dit inmiddels mooie natuurgebied , zijn deze plannen door de aanliggende gemeenten en het waterschap naar de prullenbak verwezen.
Indien Almelo zich als ‘waterstad van Twente’ wil profileren ,en weer op een knooppunt van vaarwegen wil liggen, dan valt het openstellen van deze vaarweg voor recreatieve scheepvaart te overwegen.
Zolang dit nog niet gerealiseerd is , hopen wij dat de gerestaureerde sluisdeuren bij “de Pook” herinneren aan de eens met de hand uitgegraven en gebouwde ‘Sluis 2 ‘ in het “Nieuwe Kanaal”.
Miel Westenberg
Stichting Stadsherstel Almelo